Artikel 23
(Uit 'de universele verklaring van de rechten van de mens')
Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op regelmatige en gunstige arbeidsvoorwarden en op bescherming tegen werkloosheid.
Een ieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid.
Een ieder, die arbeid verricht, heeft recht op een rechtvaardige en gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zo nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld.
Een ieder heeft het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij aan te sluiten ter bescherming van zijn belangen.
Recht en Plicht
Onlosmakelijk verbonden aan bovenstaand recht is een plicht. Want een recht zonder plicht is als een luchtkasteel. Welke plicht zit nu verbonden aan dit recht?
Meerdere eigenlijk, maar de belangrijkste lichten we er even uit.
De belangrijkste plicht om het mensen mogelijk te maken hun recht op arbeid enzovoort uit te oefenen is de plicht om werk rechtvaardig te verdelen over werkvragenden.
Wanneer voortschrijdende doelmatigheid in de arbeidsproductiviteit het nodig maakt om de standaard werkweek in te korten, dan is dat een plicht voor alle actoren die daar mee moeten instemmen: overheid, werkgevers en werknemers. Oftewel: als we gemiddeld korter moeten werken om met ons allen aan het werk te blijven, dan dienen we daar samen voor te zorgen.
Uitdaging
Daar zit een praktische uitdaging aan vast. Wanneer mensen naar gemiddeld 30 uur werk per week gaan (of minder) ontstaan er verstoringen in de continuïteit van productieketens en/of daalt het rendement op investering van organisaties die minder gebruik maken van bedrijfsmiddelen zoals gebouwen, machines (inclusief ICT) en contracten (vergunningen, verzekeringen enzovoort). Verreweg de meeste organisaties willen, mede om te voorzien in de behoefte van klanten en zakelijke partners, juist naar langere werkweken, betere continuïteit en hogere productiviteit...
De oplossing
Om de plicht tot het delen van werk te kunnen nakomen en tegelijk langere werkweken met hoge continuïteit mogelijk te maken (voor alle functies van laag tot hoog) is een beproefde oplossing voorhanden: In de (nabije) toekomst zullen steeds vaker twee (of meer) mensen samenwerken voor het invullen van functies. Zij vormen functieteams die, zelfsturend, ook de meest complexe taken kunnen uitvoeren.
Conclusie
Om het mogelijk te maken het recht op werk te kunnen uitoefenen moet de plicht worden nagekomen om het werk met elkaar te delen. Het zal daarvoor nodig zijn om grootschalig te migreren naar een kortere werkweek en naar functieteams met slim samenwerkende medewerkers die beurtelings bijvoorbeeld leiding geven, relaties beheren of onderzoek doen waarvoor een georganiseerde kennisuitwisseling cruciaal is.
Ongekend groot zal het neveneffect zijn dat altijd minstens de helft van alle burgers zich zal bezig houden met vrijwilligerswerk, mantelzorg, educatie en andere belangrijke/leuke zaken en dat een veel betere spreiding ontstaat van het gebruik van wegen, openbaar vervoer (of zelfsturende taxi's), restaurants, winkels, gemeentelijke dienstverlening enzovoort.
Reacties